Levend domino

  1. De spelleider begint, en vraagt aan iemand van de groep om te beginnen en voor twee persoonlijke kenmerken te kiezen die hij /zij in de groep wil gooien, zoals: “Links ben ik een meisje, rechts heb ik twee broers”.
  2. De spelleider vraagt dan aan iemand anders die één van deze twee kenmerken óók heeft, om aan de juiste kant van de eerste persoon te gaan staan en een kenmerk van zijn ‘vrije kant’ toe te voegen, bijvoorbeeld: “Rechts ben ik een meisje, links heb ik bruine ogen”.
  3. Laat iedereen aan de beurt komen zodat op het einde iedereen in een cirkel staat en met elkaar verbonden is.
  4. Als een geciteerd kenmerk niet door iemand anders van de groep gedeeld wordt en de domino niet verder kan gaan, vraag dan iemand om een ander kenmerk te kiezen zodat de ketting verder gemaakt kan worden.

Probeer tempo in het spel te maken, zodat deelnemers zich niet gaan vervelen terwijl ze staan te wachten om in te schakelen. Als het een beetje loopt, kun je je als spelleider een beetje terugtrekken, omdat de spelers dan zélf al naar de kring rennen om zich bij de ketting aan te sluiten.

Variaties

Bij het spel kun je de spelers elkaar een hand laten geven, maar je kunt ook als regel hebben dat men elkaars voeten aan moet raken, de armen om elkaar heen moeten slaan enzovoort. De spelers kunnen rechtop staan of liggen.

Als de voorgestelde kenmerken herhaald worden, moedig dan de deelnemers aan er nieuwe te verzinnen. De kenmerken zijn liefst niet al te eenvoudig. Je kan de groep aanmoedigen om zichtbare kenmerken voor te stellen (kleur van kleding of van het haar), onzichtbare of persoonlijke kenmerken (hobby ‘s, lievelingseten, lievelingsliedje om in de douche te zingen) laten geven.

Je kunt ook een ronde spelen met meningen in verband met een thema (ik denk dat... ik vind dat... ik verlang naar... ik hou van.... enzovoort).

Behalve een cirkel kun je ook andere vormen bedenken om het spel te spelen. Bijvoorbeeld een boom met takken (en wortels).