Mindfulness

nodig: pen en papier.


Het is best een hype: mindfulness. Het betekent één en al aandacht hebben voor wat er nu is. Dus niet piekeren over gisteren of stressen voor de toets van morgen, maar kijken hoe het nú met je gaat. Dat maakt je een stuk rustiger en relaxter. In deze lesbrief probeer je een paar mindfulnessoefeningen in de klas. Je doet dit een paar weken lang. Zo ontdek je of mindfulness iets voor jou is!

  1. Schrijf op waar je allemaal aan denkt in één minuut. De docent geeft aan wanneer de minuut start. Probeer in die minuut goed naar je eigen gedachten te luisteren: aan welke dingen denk jij allemaal? Schrijf alle onderwerpen op. Lees daarna de tekst hieronder en bespreek dit in de klas.

Je gedachten gaan maar door. Je hebt het vaak niet eens door! Pas als je erop let, merk je hoe veel gedachten er langskomen. Dat zijn er namelijk wel 50.000 tot 70.000 per dag! Dat is niet erg, maar het kan wel veel zijn in je hoofd. Als je er niet goed mee omgaat, kan het voor onrust en stress zorgen. In de komende vier weken doe je in de klas een paar mindfulnessoefeningen. Dat zijn oefeningen die je een beetje tot rust brengen doordat ze je even ‘pauze’ geven van alle onrust. Deze oefeningen helpen je om je aandacht (na de oefening) echt bij je werk te houden.


Week 1: De bodyscan

Tijdens deze oefening loop je in acht minuten in gedachten je hele lijf af. Je kunt de oefening zittend doen. De docent laat hiervoor een ingesproken tekst horen, zoals:

Week 2: Pauze
Leg je hoofd op je armen op tafel. Dit doe je vijf minuten. De docent geeft aan wanneer de vijf minuten om zijn. Variatie: de docent kan je in deze vijf minuten een verhaal
vertellen (bijvoorbeeld over een een tropisch eiland en hoe het er daar uitziet). 

Week 3: Balans

Ga staan en neem een punt voor je op de muur. Blijf kijken naar dat punt. Zet ondertussen één voet tegen de kuit van je andere been. De docent zegt na 2 á 3 minuten stop

Week 4: zien, horen, voelen

Deze oefening kun je zittend doen en duurt drie minuten. De docent geeft steeds aan wanneer er één minuut om is. Per minuut doe je een oefening:
• Minuut 1: kijk om je heen en bedenk zo veel mogelijk dingen die je om je heen ziet.
• Minuut 2: luister goed naar wat je hoort en probeer zo veel mogelijk verschillende geluiden te onderscheiden.
• Minuut 3: let goed op je lichaam en probeer zo veel mogelijk dingen te voelen. Bijvoorbeeld je horloge dat knelt, de stoel onder je, je haar dat in je gezicht hangt, hoe je kleding zit etc.

Beantwoord na deze vier weken deze vragen en bespreek jullie antwoorden klassikaal.

  1. Gingen de oefeningen door de weken heen steeds makkelijker? Leg je antwoord uit.
  2. Merkte je verschil bij jezelf na de oefeningen? Leg je antwoord uit.
  3. Wat vond je van de oefeningen? Wil je hier zelf mee doorgaan? Leg je antwoord uit. 

Met veel dank aan tumult!