filosoferen

Oefening 1

Is dit een auto?

En dit? Is dit nog een auto?

En, is de tekening hieronder ook een auto?

Wanneer is het nog een auto?

Is het geen auto, maar een tekening van een auto?

Wat is uiteindelijk de 'waarheid' waar jullie op uitkomen?

Oefening 2:

Stel dat je iedere dag een uur kon vliegen, wat zou je dan doen?

Oefening 3:

Maak drie stapeltjes kaartjes:

Stapel 1: Wie (mens of dier)

Stapel 2: Wat (voorwerp)

Stapel 3: Waar (locatie)

Pak steeds willekeurig uit iedere stapel een kaartje.

Je hebt dan bijvoorbeeld:

Kat-hark-wc

Wat hebben deze woorden met elkaar te maken?

Kun je een verhaaltje maken waardoor deze woorden met elkaar in verbinding komen?